Dit grootste knaagdier van Europa wordt op 7 april internationaal onder de aandacht gebracht. Een dag die niet zomaar willekeurig gekozen is. 7 april is namelijk ook de verjaardag van Dorothy Richards, een wetenschapper die 50 jaar onderzoek deed naar bevers en daarom ook beter bekend stond als “Beaver woman”.
De bever is inderdaad het grootste knaagdier van Europa.
Volwassen bevers zijn enigszins plomp gebouwd, ongeveer 1 meter lang (exclusief de staart van ± 30 cm), en wegen tot rond de 30 kg. Ze kunnen worden herkend aan hun donkerbruine pels, korte poten en platte staart en zijn vooral bekend als dammenbouwers. Elk jaar zet GroenRand een andere boeiende diersoort uit de regio in de kijker. Na de otter en de boommarter is dit jaar de bever aan de beurt. Inderdaad vertoont het grootste knaagdier van Vlaanderen en zelfs van heel Europa zich meer en meer langs onze Antitankgracht. Hij schijnt zich meer en meer bij ons thuis te voelen. Er werden bijvoorbeeld knaagsporen en wissels (looppaden) gevonden op de oever van de Antitankgracht in Schilde. In Oelegem, in het bos tussen de E34 en de Zwaaikom van het Albertkanaal ontdekten natuurliefhebbers op de Kapelbeek in het verlengde van de Antitankgracht een beverdam. Even verderop in Oelegem hebben bevers in het Schijn een heuse beverdam gebouwd. Fietsers verwonderden zich over de grootte van een bever die rustig aan de zuidzijde van het Albertkanaal in het zonnetje op de stenen oever rustte. De aanwezigheid van dieren zoals de bever, de otter en de boommarter, die vroeger echt zeldzaam waren, is voor onze vereniging het bewijs hoe belangrijk de Antitankgracht is als ideale verbinding tussen de verschillende natuurgebieden in de regio.
Maak kennis met de bever!
Als een echt familiebeest maakt de bever van zijn burcht een knus en gezellig onderkomen voor de hele familie. En zoals wij, mensen, graag onze natte schoenen op het matje zetten om de rest van het huis netjes te houden, richt de bever een natte voorkamer in. Daar schudden de familieleden het water van zich af om binnen te kruipen in de huiskamer: de “nestkamer”. Die ligt zo’n twintig centimeter boven de waterspiegel en is uitgerust met een bedje van houtsnippers. Zo blijft de huiskamer lekker droog. Kiest een bever een partner, dan is dat voor het leven. De ouders brengen de kleine bevertjes groot in de familieburcht. Daarrond leren die al op jonge leeftijd de belangrijkste vaardigheden in het leven, om te beginnen… : zwemmen. Maar we slaan een stap over: eerst moeten er natuurlijk kindjes gemáákt worden. En dat verloopt niet zoals bij andere zoogdieren “op z’n hondjes”, er zit namelijk een heel grote platte schubbenstaart in de weg. Bevers paren daarom “buik aan buik”. Het mannetje klampt zich vast aan de zijkant van het vrouwtje: cloaca aan cloaca.
Lijkt dat niet meer iets voor vogels en reptielen? Ja, maar er zijn toch nog méér zulke zoogdieren met voortplantings- én spijsverteringsorganen die samen uitmonden in éénzelfde uitgang, de cloaca. Ook de spitsmuis is bijvoorbeeld zo’n vreemde eend in de bijt.
Over spijsvertering gesproken: uitwerpselen van de bever kunnen “smakelijk” zijn. Europese bevers zijn strikt beschermd, maar in Canada en de Verenigde Staten worden ze bejaagd onder meer voor wat hun anaalklieren produceren. Dat sterk ruikende goedje wordt gebruikt in vanille-aroma’s als natuurlijke smaakstof voor bijvoorbeeld ijsjes. Smakelijk.
Om de cirkel rond te maken: om (al dan niet smakelijke) uitwerpselen te produceren moet de bever natuurlijk eerst ook eten, en om te eten moet hij sterke tanden hebben. En die heeft hij! Net als bij andere knaagdieren blijven bevertanden hun hele leven lang doorgroeien – anders zouden ze na al dat geknaag als afgesleten stompjes eindigen. Om daarenboven te voorkomen dat hun tanden zouden afbreken, zit er ijzer in het tandglazuur. Dat ijzer schenkt de tanden een oranje kleur.
Comments are closed.